Voor het definitief uitsluiten van een Fasciola infectie dient minstens tweemaal materiaal ingestuurd te worden (min. 3 gram faeces, ter grootte van één pingpongbal) en/of insturen van serum voor het bepalen van Fasciola antistoffen.

Indien er in de klinische gegevens tropenbezoek en leverenzymstoornis vermeld staat, wordt er door het Streeklaboratorium onderzoek naar Fasciola verricht.

Voor het definitief uitsluiten van een Schistosoma infectie dient minstens tweemaal materiaal ingestuurd te worden (min. 3 gram faeces, ter grootte van één pingpongbal of min. 15 mL urine).

Voor urine geldt: urine midden op de dag verzamelen, bij voorkeur na een activiteit (b.v. traplopen) of 24-uurs urine insturen.

Voor het vaststellen van een vroege acute infectie (Katayama syndroom) is directe diagnostiek (microscopie) op faeces of urine niet zinvol. Voor reizigers adviseren wij Schistosoma antistoffen te testen minimaal 6 weken na laatste mogelijke blootstelling (zoetwatercontact).